ATLEET
Toen mijn zus via de sportpas haar eerste les waterpolo had en ik mee mocht om te kijken, wist ik het al: ik wilde op waterpolo. Helaas moest ik eerst mijn A en B -zwemdiploma behalen. Gelukkig duurde dat niet zo lang: toen ik mijn A en B had, was ik 5 jaar oud.
Ik ging op waterpolo bij Z.V. Hoorn. In mijn eerste jaar mochten we nog geen wedstrijden spelen: dit omdat we niet een volledig team hadden. Dus hebben we het hele jaar alleen maar getraind.
Dat vond ik toen best stom want het leek me echt gaaf om doelpunten te maken. Maar om doelpunten te kunnen maken moest je eerst trainen, anders kwam je niet zo ver. Na een jaar trainen kwam ik in een team dat al een jaar ervaring had, dus moesten we tegen grotere kinderen spelen.
Na enkele jaren was ons team met een paar spelers gegroeid en waren we best wel goed geworden. Dus werden we geen laatste meer, maar we waren ook nog geen eerste. In het tweede seizoen ging alles hartstikke goed. We maakten er al wat meer een teamspel van en de passes kwamen aan. Dit jaar werden we zelfs kampioen! Toen kwam er een Noord-Hollandse selectie, waar ik enkele jaren bij heb gezeten, in zowel het B als het A-team.
Nadat dat was gestopt, ben ik naar een andere club gegaan, om mijzelf te verbeteren en het hoogste niveau te behalen. Dit heeft echter niet lang geduurd. Ik ben nadat ik daar anderhalf jaar gespeeld had en kampioen was geworden, toch weer teruggegaan naar Z.V. Hoorn.
Ik ben gaan trainen bij heren 1 en toen ik 15 was, daarin gedebuteerd. In Mei 2020 ben ik gestopt met waterpolo en ben ik mij volledig gaan focussen op het open-waterzwemmen.
Ik ben begonnen met wedstrijdzwemmen bij trainer-coach Hans Beenker van Zwemvereniging Het Y (Amsterdam). Dit om mijn slag te verbeteren voor waterpolo, maar snel ging ik ook meedoen aan open-waterwedstrijden.
Voor het open-waterseizoen had ik al een binnenwedstrijd gezwommen en dat ging al aardig goed. Het open-water- seizoen en het binnenseizoen wisselen elkaar af.
Het binnenseizoen gebruik ik om mij voor te bereiden op het buitenseizoen, maar natuurlijk train ik ook voor de binnencompetitie.
In het begin zwem je natuurlijk gemakkelijker een persoonlijk record, omdat je dan technisch nog niet perfect zwemt. Ook ik zwom in het begin gemakkelijk een pr; nu gaat dat toch lastiger.
De focus leggen ik en mijn coach niet op het zwemmen van binnen-wedstrijden, maar belangrijker is dat ik me goed voorbereid op een nieuw open-waterseizoen daarna.
Omdat het water in de winter te koud is om buiten te trainen, doen we dat dus in het binnenbad. Het voordeel is dat ik binnen gemakkelijker mijn techniek kan verbeteren.
Ik ben begonnen met wedstrijdzwemmen bij trainer-coach Hans Beenker van Zwemvereniging Het Y (Amsterdam). Dit om mijn slag te verbeteren voor waterpolo, maar snel ging ik ook meedoen aan open-waterwedstrijden.
Voor het open-waterseizoen had ik al een binnenwedstrijd gezwommen en dat ging al aardig goed. Het open-water-seizoen en het binnenseizoen wisselen elkaar af.
Het binnenseizoen gebruik ik om mij voor te bereiden op het buitenseizoen, maar natuurlijk train ik ook voor de binnencompetitie.
In het begin zwem je natuurlijk gemakkelijker een persoonlijk record, omdat je dan technisch nog niet perfect zwemt. Ook ik zwom in het begin gemakkelijk een pr; nu gaat dat toch lastiger.
De focus leggen ik en mijn coach niet op het zwemmen van binnen-wedstrijden, maar belangrijker is dat ik me goed voorbereid op een nieuw open-waterseizoen daarna.
Omdat het water in de winter te koud is om buiten te trainen, doen we dat dus in het binnenbad. Het voordeel is dat ik binnen gemakkelijker mijn techniek kan verbeteren.